AllianzGI denkt dat de FED niets zal doen

Commentaar van Franck Dixmier, Global CIO Fixed Income bij Allianz Global Investors, in de aanloop naar de bijeenkomst van de Amerikaanse Federal Reserve op 30 en 31 januari.

- Wij vinden het voorbarig dat de Fed een wijziging van haar monetaire beleid overweegt en verwachten geen aankondiging van een renteverlaging tijdens de volgende vergadering van het Federal Open Market Committee.
- Gezien de sterke Amerikaanse economie verwachten we niet dat de Fed een precies tijdschema zal geven voor haar eerste renteverlaging, die we pas in de tweede helft van het jaar verwachten.
- We verwachten niet dat de vergadering van 30 en 31 januari tot grote marktaanpassingen zal leiden, aangezien het potentieel voor een verdere correctie van de langetermijnrente beperkt lijkt.

Franckdixmier
Franck Dixmier

Eind 2023 voedde de marktperceptie dat de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) het einde van haar monetaire verkrappingscyclus had bereikt, een krachtige obligatierally, gedreven door steeds hogere verwachtingen voor renteverlagingen. Op het hoogtepunt van deze verwachtingen gingen de markten uit van 160 basispunten (bp) verlagingen in 2024, met 100% zekerheid van de eerste verlaging in maart 2024.1

Sindsdien hebben Fed-leden geprobeerd het optimisme van beleggers te temperen door te pleiten voor een langer tijdschema voor renteverlagingen dan de markten hadden verwacht.2 Beleggers hebben hun renteverwachtingen voor verlagingen in 2024 (nu 142bp3) en de timing van de eerste stap verlaagd (slechts 52%4 verwacht nu een verlaging tijdens de vergadering in maart). Maar volgens ons zijn de verwachtingen van de markten nog steeds onrealistisch.

Wij vinden het voorbarig dat de Fed een wijziging van haar monetaire beleid overweegt.

Ondanks de enorme verkrapping van het monetaire beleid in de afgelopen twee jaar blijft de groei verrassend veerkrachtig. Het scenario van een zachte of geen landing, waarbij een recessie wordt vermeden, lijkt werkelijkheid te worden, met een groei van +3,3% in het vierde kwartaal van 2023, beter dan de verwachte +2%.5 De betere omstandigheden worden ondersteund door de consumptie van huishoudens - die profiteert van de positieve groei van de reële lonen - en investeringen, dankzij een fiscaal beleid dat de economie ondersteunt.

Voor de Fed is de sterkte van de economie een goede zaak: het toont aan dat de centrale bank niet te ver is gegaan in het verkrappen van de monetaire voorwaarden. Daarom kan ze zich nu concentreren op de inflatie. De inflatie koelt af, maar is nog niet op het streefcijfer. De meest recente algemene inflatiecijfers waren iets hoger dan verwacht: de consumentenprijsindex (CPI) kwam in december uit op +3,4%, tegen een verwachte +3,2%, en de kerninflatie op +3,9% in dezelfde maand, tegen een verwachte +3,8%6. Aan de andere kant daalde de kerninflatie van de persoonlijke consumptiebestedingen (PCE), de favoriete indicator van de Fed, sterker dan verwacht, naar 2,9% in december in plaats van 3%.

Wij zijn van mening dat de Fed pas tot een renteverlaging moet overgaan als ze de bevestiging heeft dat de inflatie convergeert in de richting van haar prijsstabiliteitsdoelstelling. ​ Wij verwachten dat de Fed tijdens haar vergadering opnieuw zal bevestigen dat ze voor een data-afhankelijke aanpak blijft kiezen, zonder een precies tijdschema te geven voor haar eerste renteverlaging. We verwachten de eerste verlaging pas in de tweede helft van het jaar.

We verwachten geen grote marktaanpassingen na de vergadering (zoals het geval was na de vergadering van de Europese Centrale Bank op 25 januari). Met een langetermijnrente die 30 bp hoger is dan het dieptepunt van december 2023,7 denken we dat het potentieel voor een verdere rentecorrectie beperkt lijkt, zelfs als Fed-voorzitter Jay Powell een meer hawkish discours houdt dan verwacht. We willen profiteren van elke zwakte in de markt om onze blootstelling aan duration te vergroten.